Archeologische vondsten, verloren voorwerpen
De valleibewoners waren sterk op de rivier gericht. Handelaars verscheepten hun waren over het water, vissers gooiden er hun netten uit, landbouwers oogstten gewassen en hooi op de vruchtbare oevers …
De rivier gaf maar nam ook. Tijdens overstromingen slokte ze hele dorpen en nederzettingen op, die soms niet meer boven water kwamen. Het is dus niet verwonderlijk dat er tussen het grind zoveel voorwerpen opduiken.
De meeste voorwerpen in de kast zijn gevonden bij de grindwinning in het Nederlandse Geulle aan de Maas.
Netverzwaring – niet-gedateerd
Veel voorwerpen, zoals deze steen met metalen ring, zijn moeilijk te dateren. Ze zijn vaak zwaar beschadigd. En omdat ze verspreid lagen, zijn ze niet te linken aan andere voorwerpen of aan een nederzetting.
Schoorklauw – ijzertijd
Het metalen deel van de schoorboom kon verschillende vormen hebben, zoals deze ‘klauw’.
Schoorboom – nieuwe tijd
De metalen punt bevat nog een deel van de stok. Schippers gebruikten zo’n schoorboom om hun boot uit de oever of op koers te houden.
Molensteen – ijzertijd
Een wandelaar vond de molensteen, hier in Negenoord. De steen werd in de ijzertijd gebruikt als maalsteen, maar het gesteente zelf is waarschijnlijk 419 miljoen jaar oud.
Gaffel – niet-gedateerd
Landbouwers gebruikten de tweetandige vork om hooi, graanschoven of hompen mest te verplaatsen.
Bijl – Romeinse tijd
De voorwerpen die bij de grindwinning zijn gevonden, doorlopen hetzelfde traject als andere vondsten. Archeologen maken ze schoon en proberen ze te dateren, aan de hand van het materiaal, de vorm, het gebruik…
Speerpunt – vroege middeleeuwen
Bronzen mondharp – late middeleeuwen
Dit kleine muziekinstrument is gevonden in Neer. In het midden ontbreekt een trilveer. Om er muziek uit te krijgen, houd je de mondharp tegen je tanden of lippen en wrijf je over de trilveer.
Sleutel – late middeleeuwen
Grind, ingevoerd door de Maas
Tijdens de ijstijden was de Maas een wild stromende rivier, die met volle kracht miljoenen kubieke meters grind meesleurde en hier afzette. Zo ontstond een 100 meter hoog plateau. Later sneed de Maas dat plateau zelf weer uit en vormde ze het Maasdal. Je loopt er over een grindlaag van gemiddeld 10 meter dik, met een veelheid aan steensoorten.
De typische Maaskeien zijn glad en rond. Tijdens hun tocht uit het zuiden sleten de ruwe stenen af door de wrijving: de kleine stuiterden door het water, zwaardere stenen rolden over de rivierbodem.
Het gewonnen grind wordt gewassen, gesorteerd en gebroken. Naargelang de grootte heet het zand, grind of grof grind.